Navigatie overslaan
zoekenNPO
Uitgelichte afbeelding

Wanneer heb je obesitas? Dit zijn de nieuwe richtlijnen

13 juli 2023 · 15:00| Leestijd:7 min

Update: 8 augustus 2024 · 16:07

In dit artikel aan het woord

Woordvoerder
WoordvoerdervinkHet Voedingscentrum
"Dit is een een relatief eenvoudige manier om een inschatting te maken van het gezondheidsrisico."
Liesbeth van Rossum
Liesbeth van RossumvinkHoogleraar obesitas, Erasmus MC
“We weten inmiddels dat er naast het BMI veel andere dingen meespelen die je ook moet bepalen."

In het kort

Sinds deze zomer zijn er nieuwe richtlijnen voor het vaststellen van overgewicht en obesitas. Voortaan moet je niet alleen meer kijken naar het BMI, maar ook naar buikomvang. Waarom is dat? En hoe bepaal je nu of je te zwaar bent?

Wat denk jij?

Ben jij met je gewicht of BMI bezig?

Aantal reacties: 0

Dit is de situatie

Obesitas of niet? BMI zegt niet alles over gezondheid

Jarenlang gold de regel in de medische wereld: wil je weten of je te zwaar bent, dan bereken je je BMI, ofwel je Body Mass Index. Nu komt het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON) met nieuwe regels die artsen kunnen gebruiken bij het vaststellen van overgewicht. Er zijn namelijk best veel mensen die volgens hun BMI een kilootje te veel wegen, maar eigenlijk kerngezond zijn – of vice versa.

Liesbeth van Rossum, hoogleraar obesitas en PON-voorzitter, vertelt in het NOS Radio 1 Journaal over de gebreken van de BMI-score: "We weten inmiddels dat er heel veel andere dingen meespelen die je ook moet bepalen, zoals de lichaamssamenstelling, spiermassa, kwaliteit van leven en buikomvang." De nadruk ligt in de nieuwe richtlijnen op het meten van dat laatste: de buikomvang. 

Hoe meet je of je buikomvang gezond is? En waarom is het zo belangrijk om naast je BMI je buikomvang te meten? Wij leggen het uit. 

Hoe bepaal je nu of je overgewicht hebt?

Om je gezondheid te monitoren moet je dus drie dingen meten: je lengte en gewicht (voor je BMI) én je buikomvang.

Je lengte en gewicht kun je zoals gewoonlijk opmeten met een meetlat en weegschaal. Vul jouw data in op de BMI-calculator van het Voedingscentrum. Als je een BMI-score van boven de 25 hebt, val je officieel in de categorie 'overgewicht'. Met een BMI-score van boven de 30 heb je obesitas. Maar dat hoeft dus niet altijd zo te zijn, je buikomvang geeft je meer informatie.

Om je buikomvang te meten, kun je het best een rolmaat gebruiken. Dat pak je zo aan: 

  1. Ga rechtop staan met een blote buik
  2. Draai de rolmaat om je middel, tussen je onderste ribben en de bovenkant van je bekken. Als je hem ongeveer ter hoogte van je navel houdt, zit je zeker goed. 
  3. Adem uit zoals je normaal doet. Lees nu je buikomvang af op een rolmaat.

Ben je vrouw, en is je buikomvang meer dan 80 centimeter? Of ben je man, en is je buikomvang hoger dan 94 centimeter? Dan valt je buikomvang buiten de gezonde marge. Let op: als je niet-westerse roots hebt, kan het zijn dat er voor jou andere waarden gelden. Die waarden vind je hier.

Als je buikomvang én je BMI-score hoog zijn, heb je hoogstwaarschijnlijk overgewicht. Als je alléén een te hoog BMI of alléén een te grote buikomvang hebt, is het ook goed mogelijk dat je wat gewicht moet verliezen. Als je op basis van jouw BMI en buikomvang niet goed weet wat je moet doen, kun je het best langs je huisarts of diëtist gaan voor een advies op maat. 

Wat als je te zwaar bent?

Als jouw BMI en/of buikomvang te hoog zijn, zal een arts gaan kijken naar jouw 'gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR)'. De arts beoordeelt hoe groot de kans is dat je gezondheidsproblemen krijgt vanwege je gewicht en leefstijl. Daarbij onderzoekt hij of zij volgens de richtlijnen bijvoorbeeld:

  • hoeveel spiermassa je hebt
  • hoeveel vetmassa je hebt
  • hoe vaak je beweegt
  • waar de vetmassa zich precies verzamelt in je lichaam
  • of je worstelt met andere medische problemen
  • of je medicijnen gebruikt
  • of je gelukkig bent
  • of je gezonde eetgewoontes hebt

Als jij te zwaar bent veel spiermassa hebt en gezond eet, dan zou het goed kunnen dat je 'maar' een licht verhoogd risico op gezondheidsklachten hebt. Een laag GGR, dus. Als je maar iéts te zwaar bent, maar je hebt veel buikvet, vruchtbaarheidsproblemen en je eet ongezond, dan zal de dokter zich meer zorgen maken. 

Het Voedingscentrum geeft trouwens wel aan dat er altijd uitzonderingen op de regel zijn: zo kan een vergrote buikomvang ook te maken hebben met een medische aandoening of met andere factoren, en niet met buikvet. "Het is daarom aan te raden dat mensen bij klachten hun huisarts raadplegen", stelt het Voedingscentrum. 

Dit is de discussie

Waarom is buikomvang belangrijk?

Je BMI is zegt dus eigenlijk niet genoeg over je gezondheid. Maar waarom moet je volgens de richtlijnen dan kijken naar je buikomvang en niet, bijvoorbeeld, je heupomvang of beenomvang? 

Simpel gezegd: buikomvang zegt veel over je vetmassa, vooral om de vetmassa rond je buik. Je krijgt geen grote buik van buikspieren, wél van vet. En dat vet is gevaarlijk:

Afbeelding van Liesbeth van Rossum

Liesbeth van Rossumvink

Hoogleraar obesitas, Erasmus MC

“Obesitas gaat over een teveel aan vet. Met name buikvet, dat geeft al die schadelijke gezondheidsproblemen.”

Ophoping van vet, vooral rondom je middel, verhoogt de kans op diverse ziekten, zo legt het voedingscentrum uit aan DIT (EO)

Afbeelding van Woordvoerder

Woordvoerdervink

Het Voedingscentrum

"Het vet in de buikholte, gelegen rondom de organen, vormt een risico voor de gezondheid. Dit vet wordt ook wel het viscerale vet genoemd. De buikomvang correleert over het algemeen goed met de hoeveelheid visceraal vet die iemand heeft. De middelomtrek is daarom een goede indicatie voor het risico op metabole complicaties zoals diabetes type 2 en hart- en vaatziekten."

Daarnaast verhoogt een ongezond vetpercentage onder meer het risico op diabetes, stofwisselingsziektes, hormoonstoornissen en depressie.  

Vrouwenfiguren worden vaak vergeleken met groenten: zo heb je het appel- en peerfiguur. Bij een appelfiguur is je buik het breedste gedeelte van je lichaam, en bij een peerfiguur sla je het meeste vet op in je heupen. Volgens het Voedingscentrum maakt dit echter niet uit voor de meting van de buikomvang. 

"Het meten van de buikomvang is net zo waardevol voor appels als peren. Mensen met een appelfiguur zullen vaker een te hoge buikomvang meten."

Praat mee

Vind jij dat je gezond genoeg leeft?

Meest gelezen

Lees ook