Zorgelijke of juist welkome toename?
Aantal islamitische middelbare scholen verviervoudigt: 'Malafide bestuurders beginnen weer opnieuw'
5 juni 2024 · 10:37
Update: 5 juni 2024 · 15:24
In gesprek met
"We kunnen op een of andere manier niet tegenhouden dat malafide bestuurders toch weer opnieuw beginnen."
"Dat scholen opgericht worden behoort tot de kern van vrijheid van onderwijs. Maar als het misgaat, is dat niet vrijblijvend."
"Het is geen religieus fenomeen, maar eerder een cultureel fenomeen van bestuurlijk onvermogen."
In het kort
De komende jaren verviervoudigt het aantal islamitische scholen in Nederland. Dat werd maandag duidelijk toen de minister twee nieuwe initiatieven goedkeurde. Daarmee komt het aantal islamitische middelbare scholen binnenkort op acht. Is er reden tot zorg naar aanleiding van die toename?
Wat denk jij?
Maak jij je zorgen over de toename van islamitische scholen?
Dit is de situatie
Islamitische scholen in Nederland
Op dit moment zijn er twee islamitische middelbare scholen Nederland, het Avicenna in Rotterdam en het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam. Maar er komen er meer bij: demissionair onderwijsminister Mariëlle Paul (VVD) heeft maandag plannen goedgekeurd voor islamitische scholen in Eindhoven en Tilburg.
Met de bestaande scholen en vier andere goedgekeurde plannen, groeit het aantal islamitische middelbare scholen de komende jaren tot acht. Vanaf 2026, misschien zelfs al 2025, kunnen leerlingen in Brabant ook naar een islamitische middelbare school.
Hoe start je een nieuwe school?
De overheid bepaalt dus wel de kerndoelen voor wat jongeren moeten leren en kunnen op bepaalde leeftijden en bij het behalen van diploma's. Scholen hebben vrijheid in hoe ze dit doen, zolang ze aan deze doelen voldoen. Echter, als scholen niet voldoen aan de kwaliteitseisen en er misstanden zijn, kan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ingrijpen. Sinds vorig jaar heeft de minister meer mogelijkheden om sancties op te leggen, zoals het stopzetten van financiering of het afnemen van examens bij structureel wanbeheer.
Lees hier alles over de voorwaarden die er vanuit de overheid zijn om een school op te richten.
Maar islamitische middelbare scholen lijken in Nederland een niet al te beste reputatie te hebben. Dit komt vooral door het Cornelius Haga Lyceum, een islamitische middelbare school in Amsterdam. De afgelopen jaren kwam deze school vaak in het nieuws vanwege controverses en problemen, niet in de laatste plaats vanwege Soner Atasoy, de inmiddels oud-bestuurder van het Haga Lyceum. Zijn aanpak werd als antidemocratisch en te orthodox gezien, en hij kreeg met het Haga te maken met tientallen rechtszaken.
Wat is er precies aan de hand met het Cornelius Haga Lyceum?
De Onderwijsinspectie heeft meerdere onderzoeken uitgevoerd naar het Haga Lyceum om de kwaliteit van het onderwijs en het functioneren van het schoolbestuur te beoordelen. Deze onderzoeken hebben geleid tot verschillende kritiekpunten en aanbevelingen.
Opvallend is nu dat een initiatief van De Ozonlaag, een stichting opgericht door Atasoy, de oud-bestuurder van het Haga, in Tilburg is goedgekeurd. Vorig jaar vroeg Atasoy in negen steden al toestemming voor nieuwe middelbare scholen, maar daar kreeg hij vaak niet genoeg steun. In Tilburg werd zijn voorstel, het Novum Saeculum Lyceum ('een nieuwe generatie'), wel gesteund door lokale islamitische organisaties.
Dit is de discussie
Zorgelijke of juist welkome toename?
De kwestie rondom het Haga Lyceum leidde al eerder tot politieke discussies in Nederland, met name over de controle op islamitische scholen, de vrijheid van onderwijs en de aanpak van radicalisering. Daarom is ook nu weer de vraag: is er reden tot zorg naar aanleiding van de toename van islamitische scholen, of is het juist goed in het teken van de vrijheid van onderwijs?
Dat er zoveel islamitische scholen bij komen, komt niet als een verrassing, zegt journalist Anja Vink in Dit is de Dag (EO). Ze publiceert sinds 1998 over gelijkheid in het onderwijs en heeft daarbij ook veel geschreven over het islamitische onderwijs. Zij maakt zich niet per se zorgen over de toename van het aantal islamitische scholen op zich, maar wel om het feit dat een van de initiatieven komt van de oprichter van het Haga Lyceum, Soner Atasoy.
"Ik maak me zorgen dat iemand weer hetzelfde kan gaan doen als hij. Dat is natuurlijk heel zorgwekkend. Maar op de één of andere manier houdt de manier waarop mensen scholen kunnen aanvragen dit niet tegen. Er wordt eigenlijk helemaal niks gevraagd van bestuurders: wat voor achtergrond zij hebben, of ze er wel in toe in staat zijn om een school te besturen, laat staan of ze al een geschiedenis hebben in het niet goed kunnen besturen van een school."
Dit is eigenlijk het geval sinds het Islamitisch College in Amsterdam in 2011 — de voorganger van het Haga — dichtging, zegt Vink. Toen heeft de overheid allerlei pogingen gedaan om te voorkomen dat sommige mensen weer aan de macht komen in dat islamitisch onderwijs, zonder effect.
"Er is blijkbaar toch een bepaalde ingewikkeldheid aan het opzetten van een school die anders is dan een basisschool. Islamitische basisscholen functioneren de laatste tien jaar eigenlijk prima, op een enkeling na. Sterker nog, sommige islamitische basisscholen doen het vele malen beter dan basisscholen met ongeveer eenzelfde populatie. Als het in het basisonderwijs kan, moet het ook in het voortgezet onderwijs kunnen. Maar, en ik denk dat daar voor een belangrijk deel ook de grote pijn zit: we kunnen op een of andere manier niet tegenhouden dat malafide bestuurders toch weer opnieuw beginnen."
Kamerlid Don Ceder (CU) denkt er hetzelfde over als Vink: iedereen heeft in Nederland het recht om een school op te richten, als het maar aan de eisen voldoet. Dat hoort bij de vrijheid van het onderwijs: scholen behoren niet tot de overheid. Maar het probleem is dat de school van Atasoy eerder niet aan die eisen voldeed.
"Dat scholen opgericht worden behoort in essentie tot de kern van vrijheid van onderwijs. Maar als het misgaat, dan is dat niet vrijblijvend. De overheid zegt wat jongeren moeten leren, maar niet hoe. Als die doelen via een christelijk college, een algemene school, of via islamitisch onderwijs behaald worden, dan heb ik daar geen problemen mee."
Bestuursvoorzitter van de Stichting Islamitisch Onderwijs Noord-Holland (SIO) Yusuf Altuntas staat dubbel in deze discussie, zegt hij. Ook hij ziet dat het met de bestaande islamitische middelbare scholen vaak misgaat, maar dat ligt niet aan de religieuze achtergrond van de scholen, stelt hij.
"Dus daar zit wel een bepaalde spanning en realiteitsgehalte waar het toch moeizaam gaat. (...) Alleen ik bestrijd wel dat het een religieus gegeven of fenomeen is dat het misgaat. De orthodoxie. Het is geen religieus fenomeen, maar eerder een cultureel fenomeen van bestuurlijk onvermogen. De minister heeft mij aan haar zijde dat ze in het geval van bestuurlijk onvermogen een instrument heeft om dit te bestrijden. En niet alleen bij het islamitisch onderwijs, maar bij alle onderwijsbestuurders die hun verantwoordelijkheid niet nemen."
Dit is uitzending
Wil je dit dit hele gesprek uit Dit is de Dag (EO) terugluisteren? Dat kan hier:
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.