Alternatieve zorg: mag iedereen zichzelf zomaar behandelaar noemen?
11 juli 2023 · 09:44| Leestijd: 7 min
Update: 8 augustus 2024 · 16:08
In dit artikel aan het woord
"Je mag een bordje op de deur spijkeren met 'praktijk voor bamboegeneeskunde'. Je mag in je eigen garage wat zalfjes en pilletjes draaien. Geen haan die ernaar kraait."
"Aan welke kwaliteitseisen goede zorg moet voldoen, bepalen beroepsgroepen in richtlijnen zelf. Voor alternatieve zorgaanbieders is dat niet in de wet opgenomen."
"Wij zijn een deel van het zorglandschap. Ik wil dat de kwaliteit zo goed mogelijk is."
In het kort
Er is veel mogelijk in Nederland als het gaat om alternatieve geneeswijzen. Iedereen mag zichzelf bestempelen als behandelaar van een bepaalde therapie. Een behandelaar moet het wel héél bont maken, wil de inspectie langskomen. Is er meer toezicht nodig op deze titels?
Wat denk jij?
Wat vind jij: mag iedereen zichzelf zomaar behandelaar noemen?
Aantal reacties: 0
Zo zit het met de alternatieve zorg in Nederland
Heb jij altijd al chiropractor of craniosacraal therapeut willen worden? Dat kun je vanavond vóór het avondeten nog regelen - volgens de wet dan. In Nederland is het verplicht voor artsen en chirurgen om een gespecialiseerde opleiding te volgen, maar dat geldt niet voor behandelaren uit de alternatieve zorg. Er zijn ook geen andere kwaliteitseisen vanuit de overheid, vertelt een woordvoerder van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in de podcast Long Covid en de Kwakzalverindustrie (EO). Je kunt de podcast nu hier beluisteren:
De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.
Behandelaars kunnen daardoor grotendeels hun eigen gang gaan: "Het is vooral belangrijk dat er geen schade of een kans op schade wordt veroorzaakt bij een patiënt. Als dat wél gebeurt, pas dan kunnen wij als inspectie ingrijpen. Op het moment dat wij geen signalen hebben, zullen we niet zo gauw ergens heen gaan."
Wat is alternatieve geneeskunde precies?
Onder alternatieve zorg vallen behandelingen waarvoor (nog) geen wetenschappelijk bewijs is. Bekende alternatieve behandelingen zijn onder meer homeopathie, chiropractie, moermantherapie, antroposofie en natuurgeneeskunde. Sommige artsen bieden alternatieve naast reguliere zorg, maar ook niet-gecertificeerde artsen kunnen alternatieve zorg aanbieden.
Alternatieve geneeswijzen zijn in Nederland geen erkend vakgebied. Dat is ook waarom iedereen zichzelf mag bestempelen als alternatieve geneeskundige. In Duitsland is het wel een erkend vakgebied.
In de basispolis van zorgverzekeringen wordt alternatieve niet vergoed, maar in aanvullende verzekeringen worden sommige behandelingen wel vergoed. De hoeveelheid behandelingen en welke precies verschillen per verzekeraar.
Er zijn alternatieve geneesmiddelen die wel voorgeschreven kunnen worden door de arts, zoals cannabis. Dit wordt echter niet vergoed door verzekeringen.
Alternatieve geneeskunde wordt ook wel complementaire zorg genoemd, al zijn complementaire en alternatieve geneeswijzen volgens Busch twee verschillende dingen. "Heel veel écht alternatieve behandelingen zeggen dat wat ze doen, tegen alles werkt. En 100 procent. Dus echt een enorme claim," zegt ze bij de radio-uitzending van Long Covid en de Kwakzalverindustrie (EO) op NPO Radio 1. "En goede complementaire behandelwijzen die normaal gereguleerd zijn, die zeggen dat helemaal niet." Bovendien is complementaire zorg, zoals de term al zegt, volgens Busch bedoeld als aanvulling op reguliere zorg, en niet als alternatief.
Opleiding of niet, Nederlanders kloppen zo nu en dan nog graag bij alternatieve zorgpraktijken aan. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat zo'n vijf á zes procent van de bevolking wel eens een alternatieve behandelaar bezoekt. Dat lijkt niet veel, maar volgens Martine Busch is dat percentage veel hoger onder kwetsbaren, zoals kankerpatiënten en mensen met chronische klachten. Busch probeert als oprichter van het Van Praag Instituut én bestuurslid van het Consortium voor Integrale Zorg en Gezondheid (CIZG) een brug te slaan tussen de reguliere en de alternatieve gezondheidszorg.
Daarnaast ligt het percentage onder kinderen die artsen bezoeken veel hoger. Bij een chronische of levensbedreigende aandoening bezoekt zo'n 30 tot 88 procent een alternatieve behandelaar. Dat gaat niet altijd goed. Kinderarts Arine Vlieger publiceerde in 2021 een onderzoek naar de nadelige effecten van niet-reguliere behandelwijzen bij kinderen, waaruit bleek dat er bij 32 kinderen nadelige bijwerkingen geconstateerd werden. Eén van de belangrijkste uitkomsten van het onderzoek was dat bij 22 van de 31 kinderen het nadelige effect niet door de alternatieve behandeling zelf, maar door uitstel of het stoppen van de reguliere behandeling in het ziekenhuis kwam. "Dat zagen we in onze studie, maar dat is ook in studies in Canada en Italië gerapporteerd", vertelt Vlieger. Is het met zulke risico's verantwoord om de alternatieve zorg vrij te laten? Of moet er meer toezicht komen op de bekwaamheid van alternatieve behandelaars?
Dit is de discussieMoeten er meer regels komen voor alternatieve zorg?
Veel mensen uit de reguliere zorg zijn kritisch op de praktijken van alternatieve behandelaars. Catherine de Jong is één van die critici: zij zet zich als anesthesioloog en bestuurslid van de Vereniging tegen Kwakzalverij in tegen "zinloze behandelingen, alternatieve behandelingen die niet werken en oplichterij in de gezondheidszorg".
Onder kwakzalverij vallen volgens De Jong alle behandelwijzen die niet gestoeld zijn op rationele argumenten. "Alternatieve behandelaars werken als volgt: wat je ook hebt, zij hebben de oplossing, en dat is altijd one size fits all. Als jij met je klachten naar de homeopaat gaat, krijg je homeopathie. Als je met je klachten naar de acupuncturist gaat, krijg je acupunctuur. Een homeopaat zal nooit zeggen: 'Nou mevrouw, u heeft een ziekte, daarmee kunt u beter naar de acupuncturist gaan.'"
"De geneeskunde is een logisch bouwwerk van basisvakken waarop weer nieuwe vakken zijn gebouwd. En uiteindelijk leidt dat tot geneeskunde zoals we die nu hebben, gebaseerd op alles wat we in de wetenschap aan kennis hebben. Als je een behandelwijze verzint die daar haaks op staat en niet klopt met wat we van anatomie, fysiologie, pathologie en chemie en natuur kunnen allemaal weten, maar gebouwd is op drijfzand of op fantasie, dan is dat kwakzalverij."
Geneeskundig handelen moet volgens De Jong rationeel zijn. Wat haar betreft zijn ook behandelaren die tegenwoordig als redelijk doorsnee worden gezien, zoals acupuncturisten, osteopaten en mensen die homeopathische geneesmiddelen aanbieden, allemaal kwakzalvers. Maar dat betekent volgens haar niet dat deze mensen kwaad in de zin hebben. "Het komt vaak door een gebrek aan informatie. Iedereen kan een cursus natuurkunde volgen, en zich daarna natuurgeneeskundige noemen."
Kan de overheid dan niet meer toezicht houden op de kwaliteit van alternatieve zorg? Volgens de Inspectie Gezondheidszorg is dat niet haalbaar. Daarvoor zijn er namelijk te weinig inspecteurs. “En zo werkt het gewoon binnen toezicht: je bent afhankelijk van het aantal meldingen dat je ergens over ontvangt," stelt een woordvoerder.
Martine Busch legt uit dat de alternatieve zorg zelf moet toezien op de bekwaamheid van behandelaars. Dat heeft de overheid zo geregeld in de jaren 80. ''Zij hebben toen gezegd: we geven dat aan het veld, laat hen het zelf regelen. En het veld van complementaire en alternatieve zorg is natuurlijk gigantisch." Dat maakt die zelfregulering bijzonder ingewikkeld, stelt Busch. "Maar een groot deel heeft dat inderdaad gedaan. Dus waar de overheid het niet doet, zijn de individuele beroepsorganisaties en koepels van beroepsorganisaties op complementair gebied dat wel gaan doen."
Voorbeelden daarvan zijn de Stichting Wetenschappelijk Osteopatisch Onderzoek en de Nederlandse Vereniging van Osteopathie, waarvan Sander Kales de directeur is. Binnen de osteopathie worden de grenzen volgens hem goed bewaakt. "Het werkt bij ons hetzelfde als bij de reguliere zorg: er is een klachtencommissie en een register." Het verschil blijft dat de IGJ dus geen bezoek brengt aan de osteopaat. "Maar we hebben wel gesprekken met de inspectie als er klachten zijn geweest," zegt Kales. Op de vraag of hij zou willen dat de osteopathie wel onder toezicht van de IGJ zou vallen, zegt hij: "Wij zijn een deel van zorglandschap. Ik zou willen dat de kwaliteit zo goed mogelijk is. Dus goede opleidingen, goede regels, goede richtlijnen, goede evidence. En de IGJ is daar een onderdeel van."
"We hebben een vereniging en een register. Een register ziet toe op de nascholingseisen, dus je moet gewoon 170 punten in 5 jaar halen, je moet een bepaalde kwaliteit leveren. Dus dat werkt samen met de vereniging. En de vereniging organiseert veel nascholingen en kennisontwikkelingen en zit bij verzekeraars en overheden aan tafel. De mensen die hier niet bij aangesloten zijn, willen ook niet onder de regelgeving vallen en hun eigen gang blijven gaan. Dat heb je in ieder beroep."
Lieneke van der Griendt is een huisarts, mét een holistische kijk op de zaak. Ze noemt zichzelf huisarts 3.0, omdat ze naast regulier huisartsenwerk ook leefstijlgeneeskunde doet, én zich bovendien specificeert in 'functionele geneeskunde'. "Dat betekent dat je ook kijkt naar de systemen, en niet zozeer alleen naar de diagnoses", legt ze uit. "Wij huisartsen zijn natuurlijk opgeleid om een diagnose te stellen en vervolgens daar een therapie op toe te passen. Maar na bijna 30 jaar heb ik geleerd dat ik het daarmee niet red als het gaat om een chronische aandoening."
"Ik kijk hoe het zo ver heeft kunnen komen: wat heeft zich voorgedaan in je leven voordat deze klacht ontstond? Ik kijk ook naar eventuele trigger en de genetische aanleg. En ik kijk ook naar onderhoudende factoren. Ik denk dus niet meer in een diagnoses als eczeem, prikkelbare darm, vermoeidheid en slapeloosheid: ik kijk wat daar het onderliggende systeem van is. En als je op zo'n manier kijkt, dan kun je zo iemand dus ook helpen naar gezondheidswinst zonder pillen voor te schrijven."
Huisarts Eefje de Bont noemt het "apart" dat de inspectie geen toezicht houdt, en dan vooral op huisartsen die wel reguliere zorg aanbieden, maar daarnaast ook alternatieve zorg. Huisartsen zoals Van der Griendt dus. De Bont geeft aan dat je ook als reguliere huisarts veel aandacht kan hebben voor de systemen en naar de familie.
"Ik vind het een enorme grens wanneer je zelf als huisarts ook alternatieve behandelingen zou aanbieden, juist omdat je een vertrouwenspersoon bent. In onze KNMG-handleidingen (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, red.) staat ook dat valse hoop bieden ook schade betekent. Dat betekent niet dat ik niet vind dat wij patiënten in hun leefstijl moeten begeleiden. Absoluut niet. Ik denk ook dat daar heel veel winst te behalen valt."
"Ik heb ook veel patiënten die in Duitsland een alternatieve behandelaar zien, omdat de regulering daar heel anders is. En ik draag ook uit dat mensen mij alles kunnen vertellen wat ze willen vertellen. Ik heb niet eerder meegemaakt dat mensen wegblijven."
Veel zorgverzekeraars vergoeden in het aanvullende pakket, dus niet in de basisverzekering, bepaalde alternatieve geneeswijzen. Daarbij wordt gekeken naar twee dingen, legt Wouter Wester van zorgverzekering CZ uit in de uitzending van Long Covid en de Kwakzalverindustrie (EO).
"We kijken naar de behoeftes binnen de maatschappij, dat is een hele belangrijke. Maar we kijken ook naar hoeveel draagvlak er is."
Er is dus geen objectieve meetlat waar een therapie volgens een verzekering aan moet doen. Op dit moment vergoedt CZ onder meer osteopathie, chiropractie, acupunctuur en homeopathie.
Praat mee
Moet er volgens jou meer toezicht komen op de alternatieve geneeskunde?