Hon­den­be­las­ting binnenkort verleden tijd? 'In Katwijk leg je nu 140 euro neer'

Steeds minder hondenbelasting

Jarenlang hadden gemeenten verschillende redenen om hondenbelasting te heffen. Maar op steeds minder plekken moeten hondenbezitters ook echt betalen. In 2010 moest je in zeventig procent van de gemeenten nog dokken voor je viervoeter. Nu hoeft dat nog maar in eenderde van de gemeenten. Hoe komt dat?

Allereerst is het steeds lastiger voor gemeenten om de belasting te heffen. Arjen Schep is bijzonder hoogleraar lokale heffingen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij legt uit: "Mensen melden het vaak niet meer als ze een hond krijgen en dan zou een BOA vervolgens elk adres in de gemeente af moeten gaan om te constateren of iemand daar een hond heeft. Dat kost natuurlijk bakken met geld."

Bovendien is het in veel gemeenten verplicht om hondenpoep op te ruimen. Dat scheelt gemeenten al veel kosten, waardoor inkomsten uit de hondenbelasting minder noodzakelijk zijn.

Grote prijsverschillen

Toch zijn er gemeenten waar je nog flink moet betalen voor het hebben van een hond. In Katwijk betaal je bijvoorbeeld 140 euro per jaar. Maar niet alle gemeenten vragen zoveel: in Hoorn kost het jaarlijks 15 euro.

"Gemeenten hebben de vrijheid om te kiezen of en hoeveel hondenbelasting ze heffen", verklaart Arjen Schep. "Veel gemeenten besluiten ermee te stoppen of het bedrag te verlagen."

Waarom bestaat er hondenbelasting?

Hoewel je dus in steeds minder gemeenten hondenbelasting betaalt, is deze nog niet helemaal verdwenen. Voor veel hondenbezitters voelt dat als onnodig of zelfs oneerlijk. Want waarom betaal je wel hondenbelasting en geen kattenbelasting? En waarom is het in de ene gemeente zoveel hoger dan in de andere?

Al in de vijftiende eeuw betaalden mensen in steden hondenbelasting. Dit werd ingevoerd omdat honden soms een rol hadden in het verspreiden van besmettelijke ziektes, zoals hondsdolheid. Fiscalist Carl Dijkstra legt het uit in het radioprogramma Geld of je Leven (EO): "Als mensen hun honden moeten registreren, heb je zicht op wie welke hond heeft. Je wilt dat weten, zodat je weet wie daar dus verantwoordelijkheid voor heeft. Zo probeerden ze de verspreiding van ziektes tegen te gaan."

Niet betalen voor 'nutteloze honden'

Er was wel een manier om onder de belasting uit te komen. Als je je hond inzette als 'bedrijfsmiddel', bijvoorbeeld voor het hoeden van het vee of het trekken van een hondenkar, dan hoefde je niet te betalen. "Alleen voor zogenaamde 'nutteloze honden' moest je belasting betalen", aldus Dijkstra.

Waarom gaat het dan alleen over honden? En niet over katten? Deze vraag werd in 2012 besproken in de rechtszaal, waar hondenbezitters klaagden over een oneerlijk onderscheid tussen mensen die wel een hond hebben en mensen die geen hond hebben. Dijkstra legt uit: "De Hoge Raad zei: 'Er is misschien wel sprake van discriminatie, maar het onderscheid is gerechtvaardigd. De gemeente mag aannemen dat honden de openbare ruimte bevuilen en het kost geld om dat weer op te ruimen." De 'vervuiler', ofwel de hondenbezitter, betaalt dus. Voor katten zijn gemeenten veel minder geld kwijt. Dat hoeft dus niet te worden opgelost met een speciale belasting.

Luister naar Geld of je Leven

In Geld of je Leven (EO) gaat Hans van der Steeg verder over dit onderwerp in gesprek met Arjen Schepen, bijzonder hoogleraar lokale heffingen en fiscalist Carl Dijkstra. Beluister de uitzending hieronder als podcast. 

Luister jij liever via een ander kanaal? Klik hier om het gesprek af te spelen op jouw favoriete podcast-app.