
Rob (59) kreeg een herseninfarct, maar helpt nu anderen: 'Je lijf is er nog, maar je geest is anders'
vandaag · 10:00| Leestijd:6 min
Update: vandaag · 10:00
Rob werkte lange dagen als rijinstructeur, tot een herseninfarct alles stilzette. Het infarct liet sporen na, maar hij weigerde stil te blijven zitten. In een garage in Sprang-Capelle kreeg hij de kans om opnieuw te beginnen.
In de serie 'Kersthelden' volgen we bijzondere Nederlanders die, vaak ondanks hun eigen uitdagingen, klaarstaan voor de mensen om hen heen ook tijdens de feestdagen.
In een motorgarage in Sprang-Capelle klinkt harde muziek uit de radio. Het ruikt naar olie en er klinkt getik van gereedschap op metaal. Tussen de motoren lopen twee kwispelende honden. "Het lijkt heel wat, maar ze doen niks hoor", zegt een man die ondertussen koffiezet.
Dit is een van de werkplaatsen van Ruuds Rugzak, een organisatie die mensen op weg helpt die buiten de boot dreigen te vallen. Jong en oud kunnen er aankloppen, of je nou een beperking hebt, herstelt van een ziekte of vastloopt op school. De stichting is er om mensen te helpen terugkeren in de maatschappij.
Tot stilstand
Rob (59) komt hier meermaals per week. Zijn Harley-Davidson-jas hangt over een stoel, een haarband houdt zijn lange, grijze lokken in bedwang. Hij is een ruige verschijning, maar met een hartelijke lach. Hij buigt zich over een motor die grotendeels uit elkaar ligt.
Op het eerste gezicht ziet Rob er vitaal uit, maar hij heeft een lange weg achter de rug. Twee jaar geleden ging het tijdens zijn werk als rijinstructeur helemaal mis. "Ik moest wisselen tussen de schakelauto en een automaat. Bij het instappen in de automaat was er nog niets aan de hand. Maar bij het uitstappen moest ik me vasthouden aan het dak, anders was ik omver gelazerd", vertelt Rob. Hij neemt geen blad voor de mond. "Daarna merkte ik dat ik steeds slechter kon lopen en moeilijker uit mijn woorden kwam." Zijn familie merkt op dat zijn mond scheef hangt. Er wordt een dokter ingeschakeld en het blijkt een herseninfarct te zijn.
"Ik voelde me bagger. Ik mocht minstens drie maanden geen motorrijden. Eerst zat ik tussen de zestig en zeventig uur per week met mijn reet op de motor, nu ineens niet meer. Dat was best wel heftig."
Rob
Vrijwilliger"De nieuwe Rob staat hier nu, want de oude is dood."
Stilzitten is moeilijk voor hem en het revalidatietraject valt hem tegen. "Met een man of tien rond de tafel zitten en lullen over hoe het met je gaat, dat is niks voor mij." Rob trekt een verveeld gezicht. "Ik kreeg op een gegeven moment te horen dat deze plek bestond. Toen heb ik gelijk een mailtje gestuurd en ik mocht langskomen. Heerlijk. In plaats van thuis de hele dag de bank warm houden, kan ik gewoon weer lekker bezig zijn. En het is hier gewoon gezellig."
Vol enthousiasme gaat Rob aan de slag. "Maar op dag twee of dag drie werd ik al eerder naar huis gestuurd. Er werd gezegd: 'Rob, ga naar huis. Je bent lijkbleek.' Dat zag ik zelf niet." Zijn lichaam en geest zijn niet meer wat ze waren. Zo vertelt hij: "Ik had allemaal bouten op hun plek gezet, maar ze vergeten vast te draaien. Shit, weer een leermoment. Ik ben nog niet goed genoeg om weer terug te keren in de maatschappij als motorfietsmonteur bijvoorbeeld. Dat gaat echt niet."
Levend verlies
Rob rouwt om de persoon die hij ooit was. "Het is levend verlies van jezelf", zegt hij. "De nieuwe Rob staat hier nu, want de oude is dood. Je lijf is er nog, maar je geest is zo anders. Daar moet je mee leren omgaan - en dat valt niet mee." Elke dag merkt hij nog de gevolgen van het herseninfarct, al gaat het langzaam beter. “Sinds drie maanden ben ik van mijn brainfog af. De humor komt terug, het snelle reageren ook. Maar als ik heel moe ben, dan gaat praten moeilijk en lopen ook." Of dat ooit verdwijnt? Rob haalt zijn schouders op. "Het kan zomaar ineens over zijn, maar het kan ook blijven tot ik doodga."
Al zal hij misschien nooit meer helemaal de oude worden, in een korte tijd is Rob enorm vooruitgegaan. Hij werkt inmiddels een paar dagdelen in de week als buschauffeur, het enige rijbewijs dat hij nog niet had. Ook is hij nog vaak in de garage te vinden. Sterker nog: hij helpt jonge assistenten met sleutelen.
Liever lassen
Een van die assistenten is Sem (14). Hij is twee dagen in de week in de garage te vinden. "Leren op school is goed voor mij, maar ik vind het niet leuk om de hele dag op een stoel te zitten", vertelt hij. "Ik werk liever met mijn handen." Toch wist hij lange tijd niet wat hij wilde. "Kok, hovenier of timmerman - ik had geen idee."
Via school kwam hij bij Ruuds Rugzak terecht. De eerste keer was spannend. "Ik dacht: wauw, waar ben ik beland? Er was zoveel te doen." Al snel kreeg hij een lasapparaat in handen. "Ik heb hier voor het eerst leren lassen en ik vond het meteen zo vet!" Nu laat hij trots zien hoe hij lasrupsen zet, legt uit wat goed is en wat beter kan. "Ik kwam thuis en zei tegen mijn ouders: Dit wordt het. Ik wil lasser worden."
Sem heeft zijn passie gevonden. Robs wens voor volgend jaar, ligt nog steeds bij motoren. "Hoe meer Harley’s in de garage, hoe beter", zegt hij met een lach. "Motorfietsen, daar draait mijn leven om. Sorry, draaide mijn leven om. En ik hoop daar weer naar terug te gaan. Je krijgt vaak het advies: heb geduld. Maar daar heb ik al zat van gehad. Dat is op. En toch moet je soms nog wat langer wachten."
Praat mee Hoe voel jij je na het lezen van dit artikel? En wil je nog iets kwijt?
Gratis inloggen
Super dat je jouw perspectief wil delen! Log in om je reactie te plaatsen.
- Doorgaan met email
- Doorgaan met NPO-account Nog geen account? Registreren gaat op dezelfde manier als inloggen.
Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.
Hulp nodig?
Check de veelgestelde vragen.
- John (65) kookt voor mensen in een hospice: 'Als je niet tegen de dood kunt, moet je hier niet zijn'
John (65) kookt voor mensen in een hospice: 'Als je niet tegen de dood kunt, moet je hier niet zijn'








