Navigatie overslaan

Gratis inloggen

Praat mee op onze sites, beheer je gegevens en abonnementen, krijg toegang tot jouw digitale magazines en lees exclusieve verhalen.

Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

Hulp nodig?

Check de veelgestelde vragen.

Donorvaders verwekken (veel) te veel kinderen: hoe kan dit zomaar?

17 januari 2024 · 18:33| Leestijd:7 min

Update: 9 augustus 2024 · 15:57

In dit artikel aan het woord

Ellen Giepmans
Ellen GiepmansDirecteur van expertisecentrum FIOM
"Ik denk dat we ons moeten afvragen of we het gebruik van buitenlandse donoren willen voortzetten, of dat we toe moeten naar een Europese of internationale registratie."
Laura Gras
Laura GrasPsychiater en donorkind
"Ik vind het gewoon niet goed dat er zoveel halfboers en halfzussen zijn en dat kinderen pas op hun zestiende persoonsidentificerende gegevens krijgen."

In het kort

Een voormalige zaaddonorbank in Leiden had zijn registratie niet op orde, waardoor donoren te veel kinderen verwekten én de donoren van sommige kinderen spoorloos zijn. Dat maakte het Leids Universitair Medisch Centrum deze week zelf bekend. En dit is niet de eerste keer dat het misgaat bij een zaaddonorbank. Hoe kan het zo vaak misgaan, en kunnen we daar wat aan doen?

Wat denk jij?

Ken jij gezinnen met een donorkind?

Aantal reacties: 0

Dit is de situatie

Wat gaat er toch steeds mis bij zaaddonorbanken?

Van zeker 80 kinderen is niet meer na te gaan wie hun donorvader was, doordat de registratie ontbreekt. Negen spermadonoren kregen bovendien meer biologische kinderen dan 25, terwijl dat de grens is die is vastgesteld. Eén donor verwekte zelfs ongeveer 90 kinderen. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) heeft moeders en nakomelingen opgeroepen zich te melden. 

Waarom is er een limiet op het aantal nakomelingen per spermadonor?

In Nederland mogen donoren maximaal 25 kinderen verwekken bij maximaal 12 vrouwen. Daar zijn verschillende redenen voor, maar één van de belangrijkste is toch wel het risico op inteelt. Het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde heeft dit risico berekent: voor donorkinderen is het risico op het aangaan van een relatie met een halfbroer of -zus 0,011% als de spermadonor 10 nakomelingen heeft. Bij 1000 kinderen is dat dus meer dan 1%.

Verder bestaat ook het risico dat een genetische aandoening op grote schaal verspreid wordt, en staat ook het belang van de wensmoeder en haar eventuele partner hoog in het vaandel. Sommige donorkinderen kunnen het heel lastig vinden om te worden geconfronteerd met een groot aantal halfbroertjes en -zussen.

En niet in de laatste plaats wordt ook het belang van de spermadonor zelf hierin meegenomen. Hij zou kunnen worden geconfronteerd met alle kinderen die met zijn sperma zijn verwekt.

Laborant die eigen zaad gebruikt

Een week geleden meldde Omroep West dat een medewerker van een vruchtbaarheidskliniek in Leiden tussen 1979 en 1984 zijn eigen zaad gebruikte voor behandelingen, terwijl hij niet geregistreerd stond als zaaddonor. Wat het nog pijnlijker maakt is dat hij een genetische aandoening heeft, met een kans van 50% om die door te geven aan zijn kinderen. Vrouwen die in het verleden in Leiden zijn behandeld, oud medewerkers en kinderen die vragen hebben kunnen terecht op een speciale website.

Hoe zit het precies met de laborant die zijn eigen zaad gebruikte?

Uit het verhaal van Omroep West blijkt dat met het ‘illegale’ zaad van de laborant minstens elf kinderen werden verwekt. In de administratie schreef hij een geregistreerde donor op.

In 2017 kwamen twee kinderen van de voormalige SMCG-medewerker hem op het spoor. Hij gaf in een gesprek met hen beide toe dat hij zijn eigen zaad had gebruikt voor trajecten. Maar hij viel pas écht door de mand toen in 2023 twee kinderen van vrouwen die ooit zijn geholpen bij SMCG zich meldden bij het MCK. Zij zouden volgens de administratie halfbroers of -zussen moeten zijn, maar ze hadden geen dna-match. Via de internationale dna-database MyHeritage bleek één van de hen wel familie van de twee andere kinderen die in 2017 al opgespoord waren. 

Vruchtbaarheidskliniek SMCG in Leiden, waar de man werkte, bestaat inmiddels niet meer, Medisch Centrum Kinderwens (MCK) bewaakt nu het archief. Zij zeggen geschokt te zijn door de berichten en proberen in contact te komen met de vrouwen die zijn behandeld, en zijn mogelijke nakomelingen.

De laborant zelf wil geen medewerking verlenen aan het onderzoek, hij staat geen dna af. Daarom heeft het MCK een virtueel dna-profiel laten samenstellen op basis van het dna van de nu bekende kinderen.

Welke aandoening de medewerker precies heeft wordt om privacyredenen niet bekendgemaakt. Wel is bekend dat het niet om een levensbedreigende aandoening gaat. 

En ook deze zaak staat niet op zichzelf. Een voormalig gynaecoloog in Zwolle verwekte minstens 47 kinderen met eigen sperma. Dat was in 2021. Een jaar later bleek dat in Leiderdorp iets soortgelijks was gebeurd: een voormalig gynaecoloog verwekte daar zeker 21 kinderen zelf.

Massazaaddonor Jonathan M.

Het kan nóg extremer: Nederland kent ook een 'massazaaddonor', Jonathan M. In april  2023 verbood de rechter hem nog zaad te doneren, omdat hiermee al meer dan 550 kinderen verwekt zouden zijn in Nederland. Jonathan meldde zich aan bij verschillende donorklinieken, en legde ook zelf direct contact met wensouders. Hij loog consequent over het aantal kinderen dat hij al had verwekt: hij zei dat dat er niet meer dan 25 zouden zijn. Ook in het buitenland verwerkte hij honderden kinderen, terwijl hij in Nederland al sinds 2017 op een zwarte lijst stond.

Dit is de discussie

Moet de overheid iets doen aan de regels voor zaaddonatie?

In Nederland is anoniem sperma doneren verboden sinds 2004. Niet registreren dat je sperma doneert is dus strafbaar. Maar is dit wel afschrikwekkend genoeg? Als het nog regelmatig gebeurt, moeten er dan geen andere maatregelen worden getroffen?

Volgens directeur van FIOM, het expertisecentrum op het gebied van ongewenste zwangerschap, komen fouten in ieder geval te vaak voor. En daarom is nodig dat de overheid meer doet. Dat zegt ze bij Dit is de Dag (EO)

Afbeelding van Ellen Giepmans

Ellen Giepmans

Directeur van expertisecentrum FIOM

"Vruchtbaarheidsklinieken maken veelal gebruik van buitenlands donorzaad. En dan kan het zo zijn dat de zaadbank voor Nederland wel de limiet aanhoudt, maar dat het onduidelijk is hoe vaak de donor nog wordt ingezet in andere landen. Dus er is een grote zorg dat het aantal Nederlandse nakomelingen die verwekt zijn met een buitenlandse donor, toch heel groot is. Ook is de vraag of deze kinderen straks in contact kunnen komen met de donor. Ik denk dat we ons moeten afvragen of we het gebruik van die buitenlandse donoren willen voortzetten, of dat we toe moeten naar een Europese of internationale registratie."

En als het gaat om hulp voor donorkinderen, is die beperkt. Vaak wordt dat geboden via Stichting Donorkind, maar veelal door vrijwilligers. 

"Terwijl dat ervaring en kennis is die voor een veel grotere groep donorkinderen relevant is. Dus daar moet geld voor komen of vergoeding zodat een grotere groep mensen daar gebruik van kan maken. Dat is wel iets wat we heel belangrijk vinden."

Het FIOM, waar Giepmans directeur van is, heeft ook een campagne lopen die oproept tot meer openheid, samen met Stichting Donorkind. 

"Omdat onze ervaring is dat mensen het informeren van het donorkind uitstellen, omdat ze denken: 'Het komt niet uit, of misschien toch nog even wachten', en dan gaat het leven door. Maar het is altijd een goed moment om het nu te vertellen. En als mensen dat spannend vinden, dan kunnen ze bij FIOM en ook bij Stichting Donorkind terecht om informatie en voor tips."

Veel fouten die gemaakt zijn, zoals ook bij de laborant die zijn eigen zaad gebruikte om kinderen te verwekken, dateren nog uit 2004. Dat verklaart een deel. Toch is alles nog steeds niet altijd goed geregeld, vindt Laura Gras. Zij is psychiater en donorkind. Haar verhaal over haar ervaringen als donorkind lees je verderop in het artikel. 

Gras vindt het goed dat dit nieuws nu in de media komt, omdat ouders hierdoor mogelijk aangemoedigd worden om, wanneer ze dit nog niet hebben gedaan, hun kinderen te vertellen dat ze met behulp van een donor verwekt zijn. Dit om de band met je kind goed te houden. Dit is ook wat Ellen Giepmans bepleit. 

Afbeelding van Laura Gras

Laura Gras

Psychiater en donorkind

"Heel veel donorkinderen die het niet weten hebben het gevoel hebben van: hier klopt iets niet. Als ze er dan achterkomen hoe de vork in de steel zit, is dat vaak een enorme opluchting. Ouders hoeven ook niet bang te zijn dat er meteen allerlei hele erge toestanden zullen ontstaan. (...) Het is nog altijd beter om echt die stap te zetten, om in openheid daarover in gesprek te gaan. En dat je daarna weer kunt werken aan het herstel van het vertrouwen. Ouders blijven ouders. Kinderen zijn zo loyaal naar hun ouders, ook tot in de volwassen leeftijd."

En de overheid zou ook meer kunnen doen, zegt Gras.

"De overheid zou moeten inzien dat dit een groot probleem is. Er moet meer scholing komen, ook voor hulpverleners. Want hoe ga je hiermee om? Menig donorkind die in de problemen komt met de emotionele achtbaan waar ze inzitten, zal bij de huisarts komen. Ze kunnen dan een hulpverlener treffen die niet weet wat voor impact het heeft."

"Ik vind het gewoon niet goed dat er zoveel halfboers en halfzussen zijn en dat kinderen pas op hun zestiende persoonsidentificerende gegevens krijgen. Je hebt niet voor niks het recht om te weten van wie je afstamt en dat wil je ook als jong kind al kunnen spiegelen met de ouders."

Dit is haar verhaal

'Ik heb me mijn hele leven incompleet gevoeld'

Laura Gras weet al van jongs af aan dat ze een donorkind is. "Mijn ouders gingen scheiden toen ik 3 was, en mijn moeder heeft het toen verteld. Dus ik weet het mijn hele leven en ik heb me ook mijn hele leven incompleet gevoeld", vertelt ze in Dit is de Dag (EO). "Het gevoel dat de helft van mij in de schaduw staat." 

Gras legt uit dat je eigenschappen van beide ouders meekrijgt die deels door de opvoeding komen, maar waarvan een heel groot deel ook genetisch wordt bepaald. Zo herkende ze heel veel eigenschappen van zichzelf niet terug bij haar moeder. "Ik ben heel veel met muziek bezig geweest. Dat was in de familie niet zo. Ik was helemaal gek van paarden. De humor die ik heb, die niet altijd landde. Je voelt je dan toch een beetje vreemd, een eenling. En je wil dat gewoon kunnen spiegelen." 

Wat mogen kinderen allemaal weten van hun donorvader?

Kinderen die via kunstmatige bevruchting zijn verwekt, hebben het recht om bepaalde gegevens van de spermadonor of eiceldonor op te vragen. Dit kan worden gedaan bij de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb).

Welke gegevens kunnen worden opgevraagd? Donorkinderen mogen verschillende gegevens opvragen, afhankelijk van hun leeftijd:

  1. Kinderen jonger dan 12 jaar:
    • Deze kinderen mogen zelf geen gegevens opvragen.
    • Hun ouders mogen wel lichamelijke en sociale gegevens opvragen. Lichamelijke gegevens omvatten bijvoorbeeld postuur, haarkleur en oogkleur. Sociale gegevens omvatten onder andere de opleiding en leefsituatie van de donor.

  • Deze kinderen mogen zelf geen gegevens opvragen.
  • Hun ouders mogen wel lichamelijke en sociale gegevens opvragen. Lichamelijke gegevens omvatten bijvoorbeeld postuur, haarkleur en oogkleur. Sociale gegevens omvatten onder andere de opleiding en leefsituatie van de donor.

  • Deze kinderen mogen zelf geen gegevens opvragen.
  • Hun ouders mogen wel lichamelijke en sociale gegevens opvragen. Lichamelijke gegevens omvatten bijvoorbeeld postuur, haarkleur en oogkleur. Sociale gegevens omvatten onder andere de opleiding en leefsituatie van de donor.

  • Kinderen van 12 tot en met 15 jaar:

    • Deze kinderen mogen zelf de lichamelijke en sociale gegevens van de donor opvragen.

  • Kinderen vanaf 16 jaar:

    • Op deze leeftijd mogen kinderen vragen om de voornaam, achternaam, geboortedatum en woonplaats van de spermadonor of eiceldonor.

  • Ze is wel blij dat haar moeder het heeft verteld. "Dat ik in ieder geval niet die schok heb." Dat komt ze als psychiater wel veel tegen in de praktijk. "Dat inmiddels volwassen donorkinderen voor de lol, of omdat ze vermoeden dat er iets is, bij een commerciële databank hun dna inleveren en erachter komen dat er een geheim speelt in de familie. Dat issue heb ik in ieder geval niet gehad." 

    Praat mee

    Vind jij dat er strengere regels of beter toezicht moet komen op zaaddonatie?

    Gratis inloggen

    Super dat je jouw perspectief wil delen! Log in om je reactie te plaatsen.

    Door in te loggen bevestig je dat je de Algemene Voorwaarden en Privacyverklaring van de EO hebt gelezen en begrepen.

    Hulp nodig?

    Check de veelgestelde vragen.

    Dit is de uitzending

    Dit is de Dag

    Wil je deze uitzending terugluisteren als podcast? Dat doe je hieronder, of via je favoriete podcast-app:

    De weergave van Spotify vereist jouw toestemming voor social media cookies.

    Toestemmingen aanpassen
    Dit maakten we ook:
    Dit is de dag

    Dit artikel hoort bij het programma

    Dit is de dag

    Dit is de dag

      Deel dit artikel:

      Meest gelezen

      Lees ook